meer bang van de liefde dan van de dood

en ik kan niet slapen
want het is te veel
het is te veel voor mij
gij zijt te veel voor mij gij
en als ik in slaap val dan word ik wakker ‘s nachts
omdat ik denk dat ik de bel hoor
en dat gij aan de deur staat
met uw fiets aan uw zij
en uw wangen rood
kan ik bij u blijven vannacht
ja ge kunt bij mij blijven slapen
ik wil altijd bij u slapen
en dan loop ik naar beneden en er staat niemand
alleen de wind die met de bomen speelt
en die vraagt mag ik binnenkomen
en ik zeg kom wind kom binnen
ik ben zo alleen
ik kan best wat lucht gebruiken

Bruno blikt terug op zijn jeugd. Op de jongen Jan die toen een diepe indruk op hem maakte en een onvoorwaardelijke vriend voor hem was. Op een vriendschap die zijn leven voorgoed veranderde.

Samen bouwen ze een wereld van avonturen en onvoorwaardelijke loyaliteit. Maar achter Jans brede glimlach en ontbrekende voortand schuilt een duister geheim dat de kern vormt van dit aangrijpende verhaal.

Bruno neemt je mee naar zijn donkere gedachtewereld en laat je de vreugde, de verwarring en het verdriet van de jonge Bruno voelen alsof het je eigen herinneringen zijn.