In de werken van Hesiodus (7e eeuw v.C.) treedt voor de eerste keer in de Europese literatuur de dichter persoonlijk op de voorgrond. De auteur, zelf een landman uit Boeotië, schenkt aandacht aan de middenklasse, boeren en ambachtslui die gebukt gaan onder het zware werk, de onrechtvaardigheid van adellijke machthebbers en de harde natuur die ‘niets geeft zonder zweet’. We lezen de aanhef van de Theogonie en fragmenten uit zijn andere grote dichtwerk Werken en Dagen, met o.a. het verhaal van Pandora, de mythe van de vijf tijdperken, de (eerste Europese) fabel van de havik en de nachtegaal, en een poëtische beschrijving van de zomer.

De cursisten krijgen een syllabus.