Interview met Warre Borgmans

Vlaanderens beroemdste verteller is nu ook een bard. Zo muzikaal zijn woorden zijn, zo veel verhalen vertelt de muziek in zijn nieuwste voorstelling ‘In Topform!’. Een testament wil hij het niet noemen, wel een opeenstapeling van anekdotes die – hopelijk – iets over zijn leven en visie vertellen.

‘In Topform!’ is een zelfportret. Welke Warre Borgmans krijgen we die avond te zien? Welke verwachtingen mogen we hebben?

Ik hoop dat de voorstelling vrij uniek is. Sinds enkele jaren schrijf ik zelf teksten waardoor ik een voorraad anekdotes binnen handbereik had liggen. Van de regisseur kreeg ik carte blanche. Niet dat ik mezelf nu een groot schrijver vind. Wel heb ik een grote bewondering voor echte schrijvers en poëten. Mijn verhaal gaat over wat voorbij is. Het is een soort evaluatie. Ik heb veel gezien en meegemaakt en wil dit delen. Maar het zegt ook hoe ik nu in het leven sta én ik stel de grote ‘wat nu?’-vraag. Op mijn 66e weet ik wat ik kan en dat is: vertellen.

Waarover gaat het juist?

Het is een amalgaam van onderwerpen waarin toch alles aan elkaar hangt. De leidraad is misschien wel ouder worden, het gevoel van nestwarmte… De inspiratie komt niet alleen uit mijn eigen leven maar ik plukte ook uit de Odysseus, 'De natuur der dingen' van Lucretius, een beetje van alles, zolang ik er de humor van kon zien. Je zal kunnen lachen, maar er is ook plaats voor ernstigere dingen. De plezierige muziek helpt daarbij.

Hoe beviel die samenwerking met muzikanten Bo en Gwen u?

Bo Spaenc ken ik al sinds mijn tijd in het Conservatorium van Antwerpen. Ik volgde er theater, hij muziek. We zijn elkaars werk altijd blijven volgen en dat ondertussen al meer dan veertig jaar. We hebben altijd goed kunnen babbelen, gezellig van mening verschillen en het dan weer eens zijn. Bo heeft een eigenzinnig traject gevolgd, altijd zijn eigen stempel gedrukt. Dat is exact wat hij nu doet met zijn monologen bij Muziektheater de Kolonie. Ook Gwen Cresens is een essentiële pion. Samen vormen we een triumviraat en bovenal een leuk clubje! Mijn verhalen en hun muziek zijn zeer verweven. De muziek heeft een volwaardige rol. Ze is speciaal, vreemd, maar niet wereldvreemd! Ze ligt lekker in het oor.

Ook de samenwerking met regisseur Sam Bogaerts ging heel vlot. Ook hem ken ik al lang. Kortom, deze voorstelling was als thuiskomen in een vertrouwd nest waarin we heel gemakkelijk onszelf kunnen zijn.

U bent tevreden als mensen na de voorstelling het volgende zeggen:

‘Dat hadden we niet verwacht!’ Ik heb mijn inspiratie gevolgd en voor de ouderen onder ons, is het waarschijnlijk een feest van herkenning. Toch let ik erop om ook de polsslag van de jeugd te blijven voelen. Als we ons publiek twee uur kunnen amuseren, is dat al heel wat. We willen de mensen op een zinnige manier verrijken. Met muziek, vreemde teksten, ludiek verpakt, een plezier voor het oog. Met al mijn beperktheden en hopelijk ook kwaliteiten wil ik verrassen en laten lachen.

Eén anekdote wil ik alvast verklappen: toen ik negentien was, had ik een InterRailTicket gekocht waarmee ik Europa mocht doorkruisen. Ik had er grote verwachtingen van, maar het is heel anders gelopen. In plaats van naar het zomerse Spanje te trekken zoals iedereen, koos ik Noorwegen. Prachtige fjorden, waarlangs ik urenlang treinde, maar zo eenzaam! Ik heb er niks meegemaakt.

Gerelateerde projecten